De Schwack-restauratie op het landgoed Efing
Begin in de 16e eeuw
Een van de bezienswaardigheden in het noordwesten van Bocholt is ongetwijfeld het landhuis Efing uit 1570.
Het stenen wapenschild aan de zuidkant van het twee verdiepingen tellende huis met zijn mansardedak en vooruitstekende achthoekige toren bevestigt dat het werd gebouwd door het echtpaar Johan von Remmen en Helwig von Tenckinck, wier namen voor het eerst worden vermeld in een rechterlijke akte uit 1572.
Eigendom en gebruik veranderden verschillende keren in de volgende eeuwen.
Alcoholvrije pub?
Op 18 april 1905 diende de beheerder van het landgoed en boer Johann Schwack bij de stad Bocholt een aanvraag in voor een vergunning om koffie, melk en niet-alcoholische dranken te verkopen en te schenken op het landgoed Efing. De gemeenteraad keurde zijn aanvraag goed.
Vervolgens liet hij de tuinen renoveren en een brug over de gracht bouwen. Daarna probeerde hij verschillende keren tevergeefs een uitgebreide vergunning te krijgen om wijn, bier en likeur of cognac te schenken en bier in flessen te verkopen.
Volgens de eigenaar Schwack was de pub zowel op zondag als op weekdagen erg populair. Het werd bezocht door " high society", bijvoorbeeld door leden van de Männergesangverein Sängerbund 1885 Bocholt en de Eintracht society.
Er was echter altijd kritiek op het feit dat er geen bier of wijn verkrijgbaar was op het landgoed. Uiteindelijk renoveerde hij het landgoed en richtte het in met nieuw tuinmeubilair, installeerde elektrische bellen in elke kamer en sloot in mei 1905 een telefoon met nummer 84 aan.
Schwack deed veel moeite om een vergunning te krijgen voor het schenken van alcoholische dranken en liet zelfs op eigen kosten de weg van de Dinxperloer Chaussee naar het landgoed Efing repareren, wat het stadsbestuur ook toejuichte in het belang van het publiek.
Verlangen naar alcohol
Johann Schwack (1878-1962) had het pand tot 1915 voor tien jaar gehuurd van de eigenaars Wilhelm Geuting en zijn broer Spork en had het voorkeursrecht.
Bij zijn laatste vergunningsaanvraag diende hij zelfs een lijst met handtekeningen van bekende Bocholtenaren in bij het stadsbestuur, waaronder die van de arts Dr. Eckervogt, de uitgever Amandus Temming, de privésecretaris van Delft en de voorzitter van het Centrum, August Hendrix, die zijn aanvraag steunden.
Deze keer had de aanvrager succes en - in tegenstelling tot de aanbeveling van politie-inspecteur Korn - kreeg hij op 28 mei 1907 een drankvergunning voor alcoholische dranken.